PensioenPost #1 – Reparatierondje nog noodzakelijk of is de Wtp voldoende dichtgetimmerd?
Op 17 januari 2024 vond het plenaire debat plaats over de stand van zaken van de Wet toekomst pensioenen.
Op 17 januari 2024 vond het plenaire debat plaats over de stand van zaken van de Wet toekomst pensioenen.
De energieleidingen in een appartementencomplex zijn doorgaans aan te merken als een net. Daardoor is rechtstreekse levering van elektriciteit door een verhuurder (bijvoorbeeld opgewekt met zonnepanelen) aan huurders van een appartementencomplex niet toegestaan zonder een ontheffing voor het beheer van een privaat net. Omdat huurders van een appartementencomplex doorgaans huishoudelijke afnemers zijn, komt een verhuurder voor die ontheffing niet in aanmerking. Ook heeft een verhuurder een vergunning nodig voor de energielevering aan kleinverbruikers. Het wetsvoorstel voor de nieuwe Energiewet lijkt een opening te bieden voor de all-in verhuurconstructie.
Vanaf 1 januari 2024 mag inhouding van dividendbelasting onder voorwaarden achterwege blijven bij dividenduitkeringen aan lichamen die niet (of gedeeltelijk) zijn onderworpen aan vennootschapsbelasting. Dit is relevant voor onder meer verenigingen en stichtingen, maar ook voor subjectief vrijgestelde lichamen zoals pensioenfondsen.
Op 1 januari 2023 is de "Wet excessief lenen bij eigen vennootschap" in werking getreden. Op basis van deze wet wordt bij aanmerkelijkbelanghouders (AB-houders) voor de inkomstenbelasting een fictief inkomen uit aanmerkelijk belang in box 2 in de belastingheffing betrokken voor zover schulden van de aanmerkelijkbelanghouder (AB-houder) en zijn of haar partner aan de eigen vennootschap op de peildatum 31 december 2023 in totaal meer bedragen dan €700.000.
Op 25 oktober 2023 heeft de kantonrechter van de rechtbank Gelderland in een bodemprocedure geoordeeld dat een huurder gehouden is aan de overeengekomen CPI-index én dus de huurverhoging van 14,5% dient te betalen. De kantonrechter is van oordeel dat geen sprake is van onvoorziene omstandigheden en ook is de verhoging niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid.
De Tweede Kamer op heeft op 27 oktober 2023 ingestemd met het Belastingplan 2024 (en met de Wet minimumbelasting 2024 en de Fiscale verzamelwet 2024). Een aantal amendementen heeft gezorgd voor wijzigingen ten opzichte van de voorstellen die op Prinsjesdag werden gepresenteerd.
Na de recente versoberingen van de 30% regeling zoals het beperken van de looptijd en de aangekondigde aftopping van het bedrag waarover de 30% regeling kan worden toegepast, zijn door de Tweede Kamer op 26 oktober 2023 3(!) amendementen aangenomen die de 30% regeling met ingang van 1 januari 2024 nog verder zouden versoberen. Als de Eerste Kamer instemt met deze verdere versobering van de 30%-regeling, dan leidt dit tot een administratieve lastenverzwaring voor werkgevers.
Goed nieuws voor verhuurders die geconfronteerd worden met oneerlijke bedingen in hun huurovereenkomsten. De kantonrechter van de rechtbank Amsterdam heeft het voornemen geuit prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad over de vernietigbaarheid van oneerlijke huurverhogingsbedingen.
Volgens de rechtbank Amsterdam kunnen huurders op grond van goed huurderschap (art. 7:213 BW) worden verplicht een ‘eerlijk’ alternatief voor een oneerlijk beding te aanvaarden. De rechtbank Amsterdam lijkt daarmee een uitweg te hebben geboden voor verhuurders die in hun maag zitten met de lijn die de rechtbank Amsterdam eerder heeft ingezet ten aanzien van oneerlijke bedingen.
De huidige uitwerking past naar onze mening niet binnen de systematiek van de overdrachtsbelasting, is op een aantal punten onbegrijpelijk en in strijd met de doelstellingen.
Recent verscheen het Handboek Semipubliek Ondernemingsrecht als deel 183 in de Serie vanwege het Van der Heijden Instituut. Onze specialisten Louis Houwen, Charlotte Perquin-Deelen en Robert Andes (secr.) vormen de redactie van dit Handboek
Op Prinsjesdag, 19 september 2023, heeft de demissionaire Minister van Financiën het Belastingplan 2024, inclusief overige wetsvoorstellen, gepresenteerd. Het wetgevingspakket in het Belastingplan 2024 dient nog te worden behandeld en goedgekeurd door het Nederlands Parlement (Eerste en Tweede Kamer) en kan dus aan verandering onderhevig zijn. Gezien de demissionaire status van het kabinet en de komende verkiezingen zijn veranderingen niet uitgesloten.